TITUS
Alexander der Groote
Part No. 3
Chapter: 3
Line: 1
Page of edition: [116a]
Doe
dat
kint
geboren
wort
,
doe
gesciede
daer
een
groet
Line: 2
onweder
van
blixem
,
von
donre
ende
daer
viel
enen
hagelsteen
also
Line: 3
groet
als
keselstenen
,
ende
die
nacht
wort
verlicht
als
die
dach
.
Doe
Line: 4
die
coninc
dat
sach
,
doe
seide
hi
totter
coninghinnen
:
"Ic
hadde
Line: 5
wille
,
dat
ic
dat
kint
soude
doden
.
Mer
nu
sie
ic
wel
,
dat
hem
die
Line: 6
goden
goedertieren
sijn
nu
wil
ict
laten
leven
ende
ic
wilt
houden
Line: 7
voer
mijn
kint
ende
het
sel
hieten
Alexander
."
This text is part of the
TITUS
edition of
Alexander der Groote
.
Copyright
TITUS Project
, Frankfurt a/M, 10.12.2008. No parts of this document may be republished in any form without prior permission by the copyright holder.