TITUS
Alexander der Groote
Part No. 10
Chapter: 10
Line: 1
Ende
in
die
tijt
,
doe
werp
coninc
Phillips
sijn
onwaerde
op
Line: 2
sijn
coninghinne
,
Alexanders
moeder
,
ende
verdreef
se
uut[en]
hove
Line: 3
ende
nam
een
ander
wijf
,
die
hiet
Cleopatra
.
Doe
men
die
bruloft
Line: 4
dede
,
doe
quam
Alexander
riden
mit
der
cronen
,
die
hi
verdient
hadde
,
Line: 5
ende
doe
hi
vernam
,
dat
sijn
moeder
verdreven
was
ende
men
daer
een
Line: 6
ander
bruloft
maecte
,
doe
wort
Alexander
toornich
.
Mer
hi
bedwanc
Line: 7
sinen
moet
ende
ghinc
inder
salen
totten
coninc
ende
seide
:
"Vader
,
Line: 8
waerom
verjaechgi
mijn
moeder
ende
neemt
een
ander
wijf
?"
Doe
sat
Line: 9
daer
een
bi
den
coninc
,
die
Lysyas
hiet
,
die
seide
:
"Here
coninc
,
bi
Line: 10
deser
vrouwen
selgi
een
kint
winnen
,
dat
u
gelikenen
sel
;
Alexander
Line: 11
en
gelikent
u
niet
."
Doe
greep
Alexander
enen
drincnap
vander
tafel
Line: 12
ende
gaf
Lysyas
enen
slach
,
dat
hi
nederstortede
ende
viel
doot
.
Doe
Line: 13
greep
die
coninc
na
Alexander
,
mer
Alexander
ontspranc
hem
ende
toech
Line: 14
sijn
swaert
ende
quetsede
den
coninc
,
so
dat
hi
lange
te
bedde
lach
.
Line: 15
Mer
doe
hi
weder
gesont
was
,
doe
ghinc
Alexander
tot
den
coninc
ende
Line: 16
seide
:
"Vader
,
neemt
mijn
moeder
weder
,
of
gi
neemt
nymmermeer
ander
Line: 17
wijf
."
Page of edition: [117b]
Die
coninc
en
dorst
daer
niet
jegen
seggen
ende
nam
Line: 18
Alexanders
moeder
weder
.
Daerna
doe
toech
Alexander
tot
eenre
stat
,
Line: 19
die
sinen
vader
ofgegaen
was
ende
hi
wanse
ende
dwancse
onder
sijns
Line: 20
vaders
conincrijc
.
Ende
doe
hi
thuus
quam
,
doe
quamen
daer
boden
van
Line: 21
coninc
Darius
,
coninc
van
Persen
ende
van
Meden
om
tyns
te
hebben
van
Line: 22
sinen
lande
.
Doe
seide
Alexander
:
"Sect
uwen
here
,
dat
ic
hem
Line: 23
ontbiede
,
dat
hi
geen
tyns
van
ons
en
sel
hebben
,
ende
sect
hem
,
dat
Line: 24
die
coninc
enen
zoen
heeft
,
mogende
als
een
draec
,
die
al
sijn
lant
Line: 25
sel
vryen
."
Daerna
doe
toech
Alexander
ende
beleide
een
stat
,
die
hem
Line: 26
jegen
was
ende
hi
verwanse
.
Ende
sijn
moeder
hadde
gesproken
mit
enen
Line: 27
prins
,
die
hiet
Pensarius
[=
Pausanias]
,
dat
hi
den
coninc
bi
nacht
Line: 28
soude
doden
,
si
soude
met
hem
wech
trecken
.
Pensarius
,
die
verwachte
Line: 29
die
tijt
ende
doet
hem
tijt
docht
,
doe
sloech
hi
den
coninc
ende
Line: 30
wonde
hem
seer
,
mer
hi
quam
levende
van
hem
.
Ende
doe
quam
Alexander
Line: 31
uut
den
heer
,
daer
hi
gelegen
hadde
,
ende
hi
vernam
die
saec
,
wat
Line: 32
daer
gesciet
was
.
Ende
hi
versach
Pensarius
ende
woude
hem
mit
sinen
Line: 33
speer
doirriden
.
Doe
hielt
Pensarius
die
coninghinne
voir
hem
.
Doe
Line: 34
vermyde
Alexander
sijn
moeder
,
Page of edition: [117c]
mer
sijn
moeder
veinsde
haer
Line: 35
recht
,
oft
haer
leet
geweest
hadde
ende
seide
:
"Soen
,
en
spaert
hem
Line: 36
niet
om
minen
willen
."
Doe
greep
Alexander
Pensarius
ende
bracht
hem
Line: 37
bevende
voir
den
coninc
ende
seide
:
"Vader
,
wreect
u
over
uwen
Line: 38
viant(s)
."
Doe
gaf
Alexander
den
coninc
een
swaert
in
sijn
hant
ende
Line: 39
die
coninc
sloech
Pensarius
doot
.
Also
wrac
die
coninc
hemselven
ende
Line: 40
corts
daerna
doe
starf
hi
ende
wort
eerlic
begraven
als
een
doot
Line: 41
coninc
.
This text is part of the
TITUS
edition of
Alexander der Groote
.
Copyright
TITUS Project
, Frankfurt a/M, 10.12.2008. No parts of this document may be republished in any form without prior permission by the copyright holder.